18 juni 2012

Het wonder van Soestdijk

In een nog niet zo ver verleden waren er mensen die dachten dat Nederland in 2012 het EK voetbal zou winnen. Het was in die periode dat ik naar een opera ging, waar ik om de haverklap dacht wat ik ook van dat vermeende Nederlandse kampioenschap dacht: ‘Dat kan helemaal niet.’

De opera werd opgevoerd op de avond dat Nederland tegen Duitsland speelde. We hadden een voetbalfan in ons midden, die zich bijna in staat had geacht het kaartje ter waarde van bijna zestig euro’s te laten voor wat het was om thuis anderhalf uur naar tweeëntwintig rennende jongens te kijken. Ze deed het niet.

Achteraf bleek het een goede beslissing. De overwinning tegen de oosterburen die tienduizenden in oranje gehulde positivo’s hadden verwacht, verwerd een teleurstelling van onschatbare grootte. Daarmee vergeleken viel de tragische opera nog alles mee.

Orfeo treurde om zijn gestorven liefde Euridice, mocht haar van liefdesgod Amore terughalen uit de onderwereld, brak de belofte dat hij Euridice pas weer aan zou kijken als ze terug waren in de bovenwereld en verloor zijn geliefde voor de tweede maal. Drama alom, met lekker veel ten hemel geheven handen en sterk aangezette vibrato’s.


Niet dat ik veel van dit plot heb meegekregen, overigens. Er werd in het Italiaans gezongen en dat versta ik niet – op die ene keer na dat Orfeo heel hard “Basta!” zong. En nog was de opera beter dan de voetbalwedstrijd. Want hier, in de tuin van Paleis Soestdijk, gebeurden wel wonderen. Er werd over water gelopen, en gefietst. De laatste keer dat ik dat zag was in een religieuze film, geloof ik. Er verdwenen mensen onder water, die dan later opeens weer dansend aan de andere kant van de vijver opdoken. Alleen zangers met zwemdiploma F mochten auditie doen voor deze opera, denk ik. En ze staken water in brand. Dat is scheikundig gezien onmogelijk, dacht ik tot voor kort.

Wonderen bestaan, dus. Als de techniek maar een beetje meezit, en je met trucjes anderen voor de gek kan houden. Misschien was dát het gewoon wat het Nederlands elftal miste – maar ik ben ook maar een amateuranalyticus. En een vrouw, bovendien.

6 juni 2012

Sleutel tot succes

Ken je die types die na het dichtslaan van de voordeur zich voor hun hoofd slaan? Vervolgens hun sleutel uit de onhandige, zesentwintig vakjes tellende, maar o zo modieuze tas vissen? Agenda vergeten, telefoon vergeten, flesje water vergeten – als moderne vrouw kan je onmogelijk zonder. Net zoals het pakje tissues, de lippenbalsem en kauwgom overigens onmisbaar zijn, maar die zijn vaak in elke tas uit de collectie van de vrouw in kwestie vertegenwoordigd.

Gemiddeld overkomt het dichtslaan-hoofdslaan mij een keer per week. Deze activiteit kent een vast stramien:
1) bij het opnieuw openen van de deur klinkt gegrinnik uit de kamers van mijn huisgenoten
2) ik spoor in hoog tempo het vergeten artikel op
3) roep door het huis wat ik vergeten ben
4) sluit af met een luid “Nu écht doei!”
5) en ren razendsnel naar buiten.


Vandaag was het anders. Op het moment dat de deur in het slot viel, realiseerde ik me dat mijn sleutel nog binnen lag. Dat beide huisgenoten een midweek aan de andere kant van het land bivakkeerden. Dat ik voorlopig niet meer naar binnen kon.

Ik keek op mijn horloge. Half één. Nog anderhalf uur te gaan tot het college zou beginnen. Ik checkte de inhoud van mijn tas: een portemonnee, een telefoon. Geen agenda. Geen flesje water. Geen iPod. Geen paraplu. Geen zojuist gesmeerde boterham.

Als mijn humeur zich deze ochtend naar het weer had gevormd, was ik huilend op een straathoekje gaan zitten. De euforie van de dag ervoor, na positief commentaar op mijn studieproject, ebde echter nog wat na. Ik besloot om te doen wat ik toch al wilde doen. Ik ging lampen kopen. Voor in het huis waar ik niet in kon.

En daarna kocht ik lunch, en een flesje water. Een tijdschrift, bovendien. Het voelde alsof ik op vakantie was.

Zonder notitieblok en agenda bleek het college interessanter dan ooit. Zonder iPod bleek de busreis naar het reservesleuteladres korter dan ooit – ik tel altijd het aantal liedjes dat ik kan afspelen tussen de twee bewuste haltes. Zonder paraplu bleek de regen verder weg dan ooit – het omgekeerde ik-trek-mijn-regenpak-aan-en-nu-stopt-het-net-met-regenen-effect bleef me bespaard. Zonder sleutel was mijn dag misschien wel leuker dan ooit.