21 december 2014

Goud, veren en glitters

De man in het restaurant deed me aan mijn vader denken. Hij nieste zo’n zeventien keer achter elkaar, net zoals papa dat soms kan doen. Door het weinig sfeervolle geluid dat hij produceerde keek ik net iets te opvallend zijn kant op – “Ja, sorry, ik kan ook niks doen aan dat niezen” –  waarna de man vervolgde met “Goeie blouse heb je aan, trouwens.”

9 november 2014

'Je moet gaan zuipen vanavond'

Ik gaf de dokter geen hand. In plaats daarvan knikte ik naar beneden, waar mijn rechterarm als een zoutzak aan mijn romp hing. “Kom maar verder”, zei ze.

Nu ik mijzelf niet had voorgesteld, liet ook de dokter niets los over haar identiteit. In mijn hoofd noemde ik haar Carola. Dokter Carola. Ik liep achter haar dikke billen aan naar de behandelkamer, ging zitten en legde mijn hand op tafel. Nu mocht ik vast vertellen wat er aan de hand was.

4 oktober 2014

Drie dates

Een paar weken voor ik de schrijver ontmoette, zag ik de kunstenaar opnieuw. Dat kwam zo: ik ontdekte zijn berichtje in het mapje ‘Overige’ op Facebook. Dat had ik, op zijn beurt, ontdekt doordat Ernst-Jan Pfauth onlangs over dit fenomeen schreef als “de flessenpost van deze tijd”. Ik werd plotseling overladen door een reeks berichten waarvan ik het bestaan nooit had durven vermoeden.

26 september 2014

De avond met de schrijver

De schrijver en ik zaten in het portiek. Het was drie uur ’s nachts en het was stil op straat. Rotterdam sliep, maar ik was klaarwakker. Ik wachtte op de schrijver, die slapjes tegen de bloembak leunde waar hij even daarvoor nog in had gespuwd.

30 juni 2014

Waarom fout een feest is

Op de achterbank van de auto brul ik mee: “I am not your casanova… me and Romeo have never been friends!” Achter het stuur maakt vader kennis met mijn innige liefde voor deze foute nineties kneiter. Naast hem mompelt moeders nog iets als: “Ik ken dit helemaal niet.” Ik ben volmaakt gelukkig.

1 april 2014

Polderdwalen

Voor een stiltegebied is het er behoorlijk rumoerig. Het komt door de auto’s. Ze schrikken vast de weidevogels af, die je hier zou moeten zien. Maar ze zijn er niet. Er is wel een leeg blikje bier, links in de berm. Een losse velg ook, merk: Opel. En een stuk plastic, waarvan niet meer te herleiden valt waar het ooit voor is gebruikt. 

Even verderop word ik gewaarschuwd voor een dertigkilometerdrempel. Het woord past nauwelijks op het verkeersbord. In de bebouwde kom is het nog net zo rumoerig. Een trainer roept aanwijzingen naar wat jongens op het voetbalveld. Kinderen spelen en schreeuwen. Een man haalt een roeiboot op het droge. Of hij laat hem te water. Ik zie het verschil niet.