Ter afsluiting van het bezoek aan de Hermitage drinken wij
een kop koffie in Café Americain. Want, zo vertelt mijn gezelschap, daar zat
Harry Mulisch vroeger nog wel eens. “En als er voor hem gebeld werd, liet hij dat
door het restaurant omroepen. Alle bezoekers hoorden dan zijn naam”, zo vervolgt
mijn vader.
Het interieur oogt exclusief. Art deco. Kroonluchters van
glas, stoelen van zachte pluche. De ober past in het plaatje: pantalon en gilet,
vriendelijk en beleefd.
Bij het afrekenen van de consumpties kunnen we het toch niet
laten. “Komt de heer Mulisch hier nog wel eens, tegenwoordig?” De ober kijkt
niet-begrijpend. “Wie, zei u?” “Harry Mulisch”, herhaalt mijn vader. Dan heeft
de ober zijn antwoord klaar: “Dat weet ik niet, meneer. Ik werk hier maar twee
dagen in de week.”