Machiel stelde zich aan me voor als Peter. Naast hem stond
zijn vriend, die zich op zijn beurt introduceerde als Machiel. “Peter,
Machiel”, herhaalde ik, daarbij opeenvolgend wijzend naar de een en de ander. Ze
knikten vrolijk. De twinkeling in hun ogen maakte hen jaren jonger, maar de
leeftijd die paste bij hun jongensachtige lach hadden ze allang niet meer.
De twee stonden te roken voor de dansschool, waar we ons even
daarvoor nog in een cirkel door de zaal hadden voortbewogen, terwijl kreten klonken
als ‘dame’, ‘coca cola’ en ‘enchufla’. Voor een
buitenstaander moet het eruit hebben gezien als een Caribische vorm van volksdansen – en dat was het ook eigenlijk wel.
“Volgende week ben ik
jullie namen weer vergeten, hoor!”, zei ik tegen de twee mannen. Ik haalde mijn
fiets van het slot, zij bliezen nog een wolkje sigarettenrook de avondlucht in.
Ze glimlachten. “Tot volgende week!”
De week erna zette ik mijn fiets weer op slot en stond Peter
weer te roken. Het was een trieste bedoening: het industrieterrein was nat,
donker en verlaten.
“Hoi Peter”, riep ik hem toe. Ik was zijn naam niet vergeten.
“Hé Jojanneke!” groette hij. Hij was de mijne ook niet vergeten. Ik volgde de
vrolijke Caribische klanken naar binnen, de dansschool in. Maar terwijl ik de
deur openduwde gaf Peter plots een vervolg aan zijn opmerking. Hij noemde mijn achternaam. Ik fronste mijn wenkbrauwen: die had ik hem nooit
verteld. “Dat is ráár”, antwoordde ik, en ik liep naar binnen.
Even later legde Peter het uit. “Sorry, ik weet alles van je. Ik heb je opgezocht op Facebook. Je schrijft blogs. En je
staat op de foto met Mirjam. Die ken ik ook.” Opeens keek hij zoekend om zich heen. Iemand
riep “Machiel”, hij excuseerde zich en liep verder.
Ik staarde hem verbouwereerd na. Toen drong het tot me
door. Peter heette Machiel. En de man die zich zeven dagen eerder voorstelde als
Machiel had vast en zeker een andere naam – Peter, bijvoorbeeld.
Na de dansles gaf ik ze een knipoog. “Jullie hebben me vals
voorgelicht, mannen.” Ze lachten. “Wil
je wat drinken?”, vroeg de man formerly known as Peter. Ik dronk cola met een
rietje, zij dronken baco’s uit een glas.
De echte Machiel en Machiel met de andere naam bleken zich niet meer opnieuw voor te stellen. In plaats daarvan bleken ze geboren verhalenvertellers, en ik luisterde naar hun salsakronieken. Over de
Middelstegracht 8, waar salsa dansend Nederland eind jaren negentig
hoogtijdagen beleefde. Over het geheime blowhok van Leo, dat eigenlijk niet zo geheim was. Over de
binnentuin, waar iedereen het met iedereen deed. Over de mooiste meisjes uit de
beginnerslessen, die Machiel en Machiel maar wat graag imponeerden met hun
danskunsten.
Het internet weet niet alleen alles over mij. Vanaf nu weet het internet ook alles over hen. Want ik schrijf blogs. Ook over jullie, Machiel en
Machiel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten