Mijn laatste ervaring met een veerpont dateerde uit 2011. Begin
januari was het, en het potje schaak tegen een markante
tegenstander met een vrouw in Nigeria had in mijn voordeel uitgepakt. Ook
het team waarmee ik voor deze wedstrijd naar Sliedrecht was afgereisd won, dus
togen wij in jubelstemming huiswaarts.
Maar na een overwinningsroes volgt een kater – in dit geval al snel. Een afgesloten snelweg, afwezigheid van een navigatiesysteem en vooral ook een gebrek aan stuurmanskunsten onder de schakers zorgden ervoor dat een toeristische route langs de Lek werd gevolgd. Die voerde ons naar Alblasserdam, waarna ook wij ook Kinderdijk, Nieuw-Lekkerland, Streefkerk, Groot-Ammers, Nieuwpoort, Langerak, Ameide en Lexmond aandeden.
Daar wilden we niet heen. We wilden naar de overkant. De Lek
over, met de veerpont. Er was slechts één klein probleem. Het was half twee ’s
nachts. Er voer geen pont meer.
De oorspronkelijke route huiswaarts was zo’n veertig
kilometer lang. De er-vaart-geen-veerpont-route stak deze afstand met een
lengte van ongeveer honderd kilometer ruimschoots naar de kroon.
Ter plekke besloot ik nooit aan het water te gaan wonen.
Veerponten, bruggen: je kan er niet van op aan. Dan varen ze niet, dan storten
ze naar
beneden.
En toch kwam er een vervolg op die laatste veerpontervaring.
Een kleine anderhalf jaar na de route langs de Lek speelde ik opnieuw een potje
schaak, opnieuw in een dorp
aan het water, opnieuw tegen een markante tegenstander
en opnieuw pakte de partij in mijn voordeel uit. Dat moest gevierd worden! Om
redenen die mij nu niet meer voor de geest staan werd besloten dat Gouderak als
feestlocatie zou dienen.
Ditmaal was het nog geen half twee ’s nachts en dus werd de
grote oversteek van Moordrecht naar Gouderak met de veerpont gemaakt. 1,20
betaalden we voor een retourtje. Onderweg vroegen we de kapitein van de
veerpont waar we een hapje konden eten, aan de overkant. Hij lachte. Wij wisten
genoeg.
Gouderak heeft 2500 inwoners en één eetcafé. Vijf minuten later zaten we op de veerpont terug. De kapitein herkende ons nog. Ik had een beetje met hem te doen. De hele dag zag hij niet meer dan dit kleine stukje rivier. De volgende keer dat ik hem zie zal ik een liedje voor hem zingen. Met veel filosofische inzichten, dan kan hij nog wat nadenken tijdens het varen.
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dat is van belang voor als u oversteken moet
(Drs. P – De Veerpont, 1974)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten