13 december 2012

Laat hem in die waan

De salsa dansende Italiaan wilde met me schaken. Maar zoals je werk en privé gescheiden moet houden, zo leek ook een scheiding der hobby’s mij een beter plan.

Het aantal misverstanden dat zich op dat moment al tussen ons had gevormd was bovendien van dien aard dat elke vorm van communicatie ongemakkelijk werd. Dus dansten we maar door.


Hij dacht dat ik Monique heette. Dat ik een prijswinnende salsadanseres was. Dat ik stinkend rijk was. Het was niet eens mijn bedoeling, maar binnen een uur had ik mijzelf van een nieuwe identiteit voorzien.

Aangenaam dus, ik ben Monique. Hoewel ik altijd roep dat ik in mijn volgende leven graag een simpele naam wil hebben – Kim de Jong is momenteel favoriet, daarmee kom je zelfs in Azië niet in de problemen – heb ik nog zelden zo’n naamsverandering in de praktijk gebracht. Nu ging het zonder moeite.

Toen alle aandacht op één danseres was gericht en ook de Italiaan haar aan een grondige visuele inspectie onderwierp, vond hij het blijkbaar tijd om “What’s your name” te vragen. In combinatie met zijn Italiaanse tongval was ik ervan overtuigd dat hij vroeg naar her name. Ik gaf netjes antwoord, ook toen hij later details over de naam Monique vroeg. “Is it a French name?” Geen idee. Weinig relevant ook. Volgend onderwerp.

Of ik lessen volgde. “No, I just finished school.” Mijn euforische afstudeerstemming kwam weer boven. Verheugd vertelde ik over mijn masterdiploma. De Italiaan keek blij verrast: “So you have a master's degree in salsa?”

Was ik maar niet op een salsafeest geweest. Ik had hem graag in de waan gelaten. Omdat de kans echter groot was dat hij me bij het volgende nummer ten dans zou vragen, had ik een kleine correctie aan te brengen. Mijn dansmoves komen na een beginnerscursus amper in de buurt van wat op internet bad salsa dancing wordt genoemd. Zijn blik vertrok.

Toch dansten we de salsa. Hij vroeg of ik werkte. “Not yet”, zei ik. Waarschijnlijk bereikte alleen het eerste woord zijn Italiaanse oren. “So you finished school and you don’t have to work as well?!” Zijn stem was vol ongeloof. Zijn ogen kon ik niet zien.

Ik wist niet goed hoe ik vol zou moeten houden dat ik uit een adellijke familie kom, diverse erfstukken op de schoorsteenmantel van mijn Leidse grachtenpand heb staan en echte diamanten in mijn oren draag – geërfd van een verre betovergrootmoeder, of zoiets.

Dus mompelde ik iets over in between jobs en schoof ik aan het einde van het nummer snel van de dansvloer. Uiterst geconcentreerd nipte ik van mijn flesje bubbelwater. Nog geconcentreerder keek ik naar de dansende menigte voor me.

En toch kwam ie naast me zitten. Wat mijn hobby’s waren. Dit keer verstond hij het in een keer goed. “Chess? We should definitely play a match sometime.”

Ik was gevleid dat hij voor mijn schakende alter ego viel. Ik nam nog een laatste slok. Ik moest mijn jas maar eens gaan zoeken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten