1 april 2014

Polderdwalen

Voor een stiltegebied is het er behoorlijk rumoerig. Het komt door de auto’s. Ze schrikken vast de weidevogels af, die je hier zou moeten zien. Maar ze zijn er niet. Er is wel een leeg blikje bier, links in de berm. Een losse velg ook, merk: Opel. En een stuk plastic, waarvan niet meer te herleiden valt waar het ooit voor is gebruikt. 

Even verderop word ik gewaarschuwd voor een dertigkilometerdrempel. Het woord past nauwelijks op het verkeersbord. In de bebouwde kom is het nog net zo rumoerig. Een trainer roept aanwijzingen naar wat jongens op het voetbalveld. Kinderen spelen en schreeuwen. Een man haalt een roeiboot op het droge. Of hij laat hem te water. Ik zie het verschil niet.




In de smalle straatjes voel ik de warme lucht van een mooie lentedag. Het dorp is klein. Een paar minuten maar, dan fiets je alweer tussen de weilanden. Groen wordt afgewisseld door een enkele boerderij en een smalle, versleten asfaltweg.  Verder is hier niets. Verder is hier niemand.

In de verte is het anders. Daar loopt het fietspad tot vlak voor de A4. Je kunt de auto’s hier bijna aanraken. Vijf meter de andere kant op staat de boerentractor klaar om morgenvroeg weer uit te rijden. Een moderne windmolen staat er naast een ouderwetse. 

Dan: onder de snelweg door, over het veerooster. De koeien grazen, de schapen lopen in de weg. Verderop de nieuwbouwwijk vol  peperdure villa’s en appartementencomplexen. De dochter van Poetin schijnt er te wonen. Aan de overkant van de weg staan armzalige betonnen dozen. Een man veegt er zijn balkon aan.

In het restaurant van een sfeerloos hotel nuttigen drie mannen zwijgzaam hun maaltijd. Ik kan me voorstellen dat de bewoners van de seniorenflats aan de overkant er net zo bij zitten. Rustig, gelaten, alleen. Wat zou Benno L. koken? Hij woont daar ook.

De schemer valt in, de lantaarnpalen springen aan. Een hardloper met een zonnebril op loopt me tegemoet. De dag duurt nog lang. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten