22 november 2015

Onderweg

De nacht was nog jong, net als de jongens die die bewuste zaterdag mijn coupégenoten waren. Ik was onderweg naar huis. Zij waren onderweg naar bier en muziek. Ze hadden blikjes Heineken in hun hand en een hete aardappel in hun keel.

De oordoppen had ik al kort nadat ik in de trein was gestapt uit mijn oren gehaald. Heel even had ik een serieuze gehoorbeschadiging overwogen. Ik wilde naar Leon Bridges luisteren, naar Benjamin Clementine en Maître Gims  maar het geluid van de brallende mannen overstemde het geluid van de zingende mannen met gemak. En dus besloot ik mijn lievelingsliedjes in te ruilen voor corporale grootspraak.

“Hé Rik, hoe ging je tentamen?”
- “A2, vies makkelijk.”

“Vo voor VVD.”
- “Ken jij Mark Rutte?”
“Ja, mooie vent.”

“Ik heb één keer gesmoked na een tentamen, ik werd helemaal gek. Ik zag allemaal monsters.”
- “Man, je keek toch niet in de spiegel?”

“Wie gaat er coke halen?”
- “Ik zou nu wel een joint lusten.”
“Jij hebt sowieso een joint bij je, Ewoud.”

“Wat doe jij voor studie?”
- “Bedrijfskunde.”
“Maar – serieus. Bedrijfskunde, moet je daar niet enorm veel tussendoor voor inleveren?”

- “O, jij doet filosofie. Je weet dat je bij filosofie alleen maar leert hoe anderen denken? Dan kun je beter jurist worden.”

“Ik wil drinken.”
- “Drink dan!”
“Gozer, nu hebben we geen pils meer!”


“Laan van NOI, fucking mooi!”
- “Woon je in Den Haag? In Bezuidenhout? Wassenaar?”
“Nee joh, das allemaal veel te duur!”

“Deze jongen wordt zo geil van goede grammatica.”

“We staan heel de avond nog buiten.”
- “Nee joh, we staan heel de avond bij chicks.”

“Wist je dat machinisten een gordijntje hebben voor als er iemand voor de trein springt?”

Ik stond op uit de paarse stoel en keek even achterom. De jongens praatten door. Niet iedereen wist het, van het gordijntje. Ik liep verder, de trap af. Ik was op weg naar huis. Toen stonden ook de jongens op. Ze waren op weg naar bier en muziek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten