Het huisfeest

21.50
Ik arriveer op het feest. Er staat een kerststal in de hal en iedereen is verkleed. Ik ben niet verkleed. Het voelt ongemakkelijk.

22.00
Ik zie iemand in een gestreepte korte broek, een gestreept shirt met lange mouwen en een pet op zijn hoofd. Hij is de organisator van het feest en hij is verkleed als Jip. De medeorganisator draagt een keukenschort. Zij is Janneke.

22.05
Het thema van het feest blijkt Buurman en Buurman te zijn. Dan ben ik maar the girl next door.

22.20
Ik zie een bekend gezicht. “Ik ken jou”, zeg ik. “Lowlands!”, antwoordt ze. “Oja, Shalindra!”, zeg ik.

22.50
Ik vraag aan een oud-klasgenoot hoe het is in Alphen aan den Rijn. “Ik woon in Waddinxveen”, zegt hij. Het gesprek is afgelopen.

23.30
Ik spreek een vriendin van Jip die laatst mijn ogen heeft opgemeten. Toen had ze net een vriend. Ik vraag haar hoe het met hem is. “Het is uit”, antwoordt ze. Het gesprek is afgelopen.

00.15
Ik zie een bekend gezicht. “Ik ken jou”, zeg ik. Waarschijnlijk schreeuw ik dat. “Lowlands!”, antwoordt ze. “Oja, Lisanne!”, roep ik.

1.00
Ik ontmoet Willem. Ik ben trots dat ik zijn naam na vijf minuten nog steeds weet. Dan komt Jip. Jip zegt dat Willem eigenlijk Peter heet. Ik snap het niet.

1.55
Maxim vraagt of ik door organisator Jip of door organisator Janneke ben uitgenodigd. Willem of Peter zegt dat ik de zus van Jip ben. Ik zeg dat dat niet kan, want ik lijk niet op Jip en Jip lijkt niet op mij. Maxim zoekt me op op Facebook. Ik moet toegeven dat ik inderdaad de zus van Jip ben.

2.20
Maxim vertelt dat Wouter gevloerd moet worden. Ik weet niet waarom. We gaan Wouter vloeren.

2.21
Wouter is weg.

2.50
We vinden Wouter. We proberen Wouter te vloeren. Het lukt niet. Wouter lacht ons uit.

3.15
De penningmeester van een lokale studentenvereniging danst salsa op kizombamuziek. Ik leg haar uit dat kizombamuziek klinkt als BOEM-kadoem-doem-BOEM-kadoem-doem. En dat het daarin sterk verschilt van salsamuziek. De penningmeester zegt: “Nee hoor. Kijk: ik dans nu salsapasjes – dus zie je wel dat dit salsamuziek is?” Ik zeg: “Je kan ook salsapasjes doen op popmuziek. Dat maakt het nog geen salsamuziek.” Het gesprek is afgelopen.

3.20
Uit de luidsprekers klinkt Liquido. Iedereen springt. Er breken geen glazen en ik ben trots op mijn mede-feestgangers.

3.45
Ik draai salsamuziek. Ik probeer de bijbehorende dans te leren aan Jip. Jip wil het niet leren. Ik staak mijn lespoging.

3.50
Ik kijk om me heen. Er zijn nog zes feestgangers aanwezig. Het feest is nog steeds aan.

3.55
We willen eten. Jip zegt dat er hamburgers zijn. Hij komt terug met gehaktballen. Ze zijn vacuüm verpakt in plastic. Ze moeten in de oven maar er is geen ovenschaal.

3.56
Ik zoek een ovenschaal. Ik vind er een op de derde verdieping van het pand.

4.05
De ovenschaal wordt met alle egards onthaald. De gehaktballen gaan in de schaal en de schaal gaat in de oven.

4.15
De gehaktballen zijn klaar. Ze smaken goed.

4.20
Ik drink water. Iedereen wil water. Ik deel water uit.

4.30
Het feest is afgelopen. Sommige mensen gaan eten bij Sfinx, een Grieks georiënteerde snackbar. Sommige mensen gaan nu slapen. Ik behoor tot de laatste categorie.

4.35
Ik weet niet waar mijn bed is. Ik loop de kamer van Jip binnen en maak twee mensen wakker. Zij weten ook niet waar mijn bed is.

4.37
Ik bel de feestorganisator om te vragen waar mijn bed is. Zijn telefoon wordt opgenomen door een vrouw. Zij kan geen antwoord geven op mijn vraag.

4.41
Ik weet nog steeds niet waar mijn bed is. Ik weet wel dat ik op Janneke’s kamer slaap. Opeens zie ik een deur waarop een foto van Janneke is geplakt. Ik denk dat mijn bed hier is.

4.42
Mijn bed blijkt een matje.

10.15
Ik ben wakker. Op mijn weg naar de wc ruik ik een schrale bierlucht en voel ik onbeduidende viezigheid aan mijn voeten plakken.

10.18
Het leven is ingewikkeld.