26 augustus 2020

Het verhaal van vakmannen

Toen de horeca sloot, de scholen dicht gingen en iedereen aan het thuiswerken sloeg, besloten wij te verhuizen. Althans, een verhuisbedrijf deed dat voor ons. Want gezellig een dag in een busje heen en weer rijden met vrienden, dat zat er niet in.

Die keuze maakten we overigens al eerder. De man van het verhuisbedrijf kwam langs in ons oude appartement en keek vrolijk om zich heen. “Geen probleem. Jullie doen alles in dozen, en als het niet in een doos past, dan hoef je er niks mee te doen.”

En zo geschiedde. Binnen een halve dag waren we neergestreken in ons nieuwe huis. Dat bleek bij nader inzien de enige samenwerking met doodnormale vakmannen die verder geen voeten in de aarde had.

Er kwamen mannen voor een nieuw kookeiland, want dat was in een verkeerde kleur geplaatst. Er kwamen installateurs voor een Quooker, extra stopcontacten en een nieuwe oven. Er kwamen een loodgieter en een elektricien, die bij het loswrikken van een kraan een gat in de muur creëerden dat Stukadoor 1 weer dicht smeerde.

Toen kwam de schilder. Cappuccino? Ja, dat wilde hij wel. Praten wilde-ie ook wel, en hij bleek alle tijd van de wereld te hebben. Dat gold niet voor mij. Helaas ben ik nog altijd niet begonnen aan een cursus assertiviteit en zo kwam het dat na twee dagen verven ik alles wist over zijn tweede huis in Thailand en zijn Thaise vrouw aldaar. Werken deed-ie alleen af en toe, om de rest van het jaar in tropische weelde te kunnen vertoeven.

 

Er kwamen mannen voor de trapbekleding en voor de gordijnen, voor het badkamermeubel en om te kijken of de nieuwe tafel wel door het trapgat zou passen. Er kwam een dame langs die op Marktplaats onze oude oven had gekocht en die me bij binnenkomst een hand wilde geven. Ik zei: “Dat doe ik nu even niet, corona hè.” Ze sloeg zich voor het hoofd en zei: “Oja, corona”, alsof het de naam was van de hond van haar buurvrouw waar ze even niet op had kunnen komen.

Toen kwam de man van de tuinset. Nadat ik hem zijn cappuccino had gegeven, stak hij van wal met zijn levensverhaal. Hij had vroeger een succesvol IT-bedrijf geleid, maar besloot het roer om te gooien. Hij verkocht zijn zaak en werd bezorger bij een tuinmeubelspecialist. Dat deed hij nu alweer tien jaar. Maar hij had het goed. Hij had zijn geld geïnvesteerd in goud, daar kun je tenminste wereldwijd mee terecht. Gewoon met een staaf goud in het vliegtuig naar Bali, lekker makkelijk. Hij woonde nog altijd thuis, bij zijn ouders, maar hij zou het huis erven en dan zat-ie helemaal gebakken. Ik dacht aan mijn assertiviteitscursus.

Er kwam een man langs die de lekkage oploste en een die het kozijn herstelde. Er kwamen mannen die een maatkast ophingen, die na een week naar beneden viel, die toen weer werd opgehangen maar tijdens dat proces werd per ongeluk wel door de muur heen geboord.

Vandaag kwam Stukadoor 2 om dat gat weer dicht te smeren, evenals talloze andere scheuren in het stucwerk. Stukadoor 2 bestond uit twee rasechte Amsterdammers, de broers Dick en Rob, die elkaar continu in de maling namen. Het meest intrigerende aan deze broers was hun manier van communiceren. Als aan de ene kant van de kamer een zangerig “Hmmm?” klonk – dat net zo goed “Wat zeg je?” als “Wat bedoel je?” zou kunnen betekenen, maar ook wat onbeduidend geneurie zou kunnen zijn – antwoordde de ander met een wat meer gedecideerd “Hmmm!” Ik stond erbij en keek ernaar, terwijl ik mezelf een houding probeerde te geven in mijn eigen huis.

Ik ga voorlopig niet meer verhuizen.

2 opmerkingen: