26 juni 2024

Ghostwriter voor Gilberto

Ik ging zes dagen naar Zwitserland met een Cubaanse Fransman. Dat was een nogal impulsieve beslissing die resulteerde in een minstens zo intensieve week.

Wat voorafging: een ontmoeting in Montpellier, waar Gilberto en ik beiden op vakantie waren. Drie weken lang gingen we er alle salsafeestjes af die we konden vinden. Daarna reed hij weer terug naar huis, naar een Frans grensdorpje in de buurt van Basel, en maakte ik weer nieuwe vrienden.

Een paar weken later stelde hij voor om een week samen op stap te gaan, in Zwitserland dit keer. We zouden wandelen door de bergen, zwemmen in meren en dwalen door oude stadjes. Ik twijfelde heel even. En stemde toen in. Dit type spontane invulling van mijn sabbatical was precies wat ik voor ogen had toen ik mijn eerste plannen maakte.

Zo kwam het dat ik tien weken na onze ontmoeting in het vliegtuig naar Basel stapte. Drie uur later reden we in Gilberto’s bus door Zwitserse berglandschappen. Ik besloot volledig te accepteren dat alle voorbijgangers met een mengeling van irritatie en verbazing naar ons keken: een zwarte man met dreads, naast hem een witte vrouw met keurig knotje, ramen open, Sean Paul stampend uit de speakers.

De muziek bracht me terug naar 2002, toen ik op schoolfeesten danste op hitjes als Get Busy, Gimme the Light en Like Glue. Inmiddels ken ik ook het volledige overige repertoire van Sean, want de rest van de week bleef Gilberto in the mood voor de Jamaicaanse hitmachine.

Het enthousiasme van Gilberto bleek aanstekelijk. Steeds als de eerste tonen van Hold my Hand klonken schoot hij omhoog en danste zijn reggae-moves achter het stuur van de Renault Trafic. Elke middag glunderde hij als hij zei: “Shall I prepare us a mojito?”, waarna de limoenen, munt, rietsuiker, Perrier en rum tevoorschijn kwamen. En elke keer als hij trek had in een ijsje, haalde hij er een. Soms driemaal op een dag.

Gilberto wist precies wat-ie wilde. Sowieso wist-ie alles, begreep ik al gauw. Vrouwen moesten thuisblijven voor de kinderen. De feministische vrouwen van tegenwoordig zorgden ervoor dat mannen niet meer wilden trouwen. Door vrouwen als ik bleven steeds meer mannen single. “It’s a fact”, voegde hij eraan toe, mocht ik nog twijfelen aan zijn woorden. “It’s scientifically proven.”

“Mannen kunnen ook veel beter tegen alcohol”, ging Gilberto verder. En latino’s als hij konden bovendien goed tegen de warmte, ze waren er immers mee opgegroeid. Ik knikte gedwee. Uit ervaring wist ik dat deze Cubaan geen tegenspraak duldde en niet ontvankelijk was voor enige vorm van argumentatie – en al helemaal niet door vrouwen.

De volgende middag liepen we door Como: de roadtrip had ons inmiddels van Basel naar Noord-Italië gebracht. Die ene mojito van de dag ervoor waren er uiteindelijk drie geworden, de temperatuur was gestegen naar bijna 30 graden en de bewolking zorgde voor drukkend weer. Gilberto moest even gaan zitten, zei-ie. Hij had koffie nodig. De alcohol was niet goed gevallen, en door de hitte kon hij niet goed meer lopen. Ik lachte smalend en besloot zijn statements van de dag ervoor niet in herinnering te brengen.

We haalden opnieuw een ijsje. Terwijl ik de smaken vijg, pistache en yoghurt-passievrucht zorgvuldig met een lepeltje van het hoorntje schepte, liepen we naar de Piazza Pietro Perretta. En daar, op de trappen van de Banca d’Italia, veranderde de Cubaanse macho plots in een zachtaardige man. Hij vertelde over zijn jeugd in Cuba, de extreme armoede in de jaren negentig, de Período especial. Hoe hij wekenlang enkel rijst at, of maïs. Hoe hij zonder ontbijt naar school ging. Hoe zijn vader ervandoor ging met een andere vrouw.

Hoe hij zijn school niet afmaakte, maar kettingen ging verkopen aan toeristen op het strand. “Heel mooie: met schelpen en veel kleurtjes.”

Ik vroeg hem naar de beste verkooptechniek. Gilberto ging ervoor zitten.

“Eerst maak je contact. Je vraagt waar iemand vandaan komt. Stel, jij zegt Nederland. Dan noem ik een paar namen van bekende Nederlandse voetballers. En een paar steden: Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven. Ik toon interesse. Wat zijn je hobby’s? Wat vind je van Cuba? Heb je het naar je zin? Nu heb je een ingang.”

“Het helpt ook altijd om een gratis ketting te geven. Als ze die eenmaal hebben aangenomen, kunnen ze niet meer terug en vraag je ze alsnog om een bijdrage.”

Ik dacht: dit is precies het wederkerigheidsprincipe van Cialdini, maar ik hield mijn westerse marketingblik voor me.

Even later, aan het meer van Como, kwam er een Senegalese man voorbij. Zijn handen hingen vol kettingen en hij was in een gulle bui: wij kregen er een gratis. Ik keek Gilberto lachend aan. De twee begonnen een gesprek in het Frans en Gilberto wees op zijn bus. “Ik verkocht ooit ook kettingen”, vertelde hij de man. “Maar kijk waar ik nu sta: dat is mijn bus, ik vier vakantie, ik heb een baan. Ik hoef geen ketting. Maar ik weet zeker dat jij er ook komt.”

De Senegalees droop af, Gilberto stond op, zette Havana D’Primera op en stak zijn hand naar me uit. We dansten salsa op het asfalt van een parkeerplaats aan het water – net als we hadden gedaan in Palavas-les-Flots.

Na afloop van het nummer zei ik: “Je moet een boek over je leven schrijven. Ik kan je ghostwriter worden.”

Dit is alvast de managementsamenvatting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten