12 januari 2015

Scheefwonen

Ik ben mijn huis aan het verbouwen. Het duurt nu zo’n zes maanden en het is een gebed zonder end. Maar bidden kan soms best leuk zijn.

Ik voel inmiddels een innige band met het huis. Ik ken haar sterke kanten, haar zwakheden. Ze is 56 jaar jong, houdt niet van waterpas, wel van asbest.

Ingehuurde klussers klagen steevast over mijn huis. “De muren zijn scheef”, zei de stukadoor. “Dat klopt,” zei ik, “maar daar kan jij vast wat aan doen.” Hij zuchtte en ging aan het werk.

“De muren zijn scheef”, zei ook de keukenman. De stukadoor had blijkbaar meer gezucht dan zijn waterpas gebruikt. “Tja, daar kunnen we nu weinig meer aan doen”, zei ik.


“De vloer is scheef”, zei de tegelzetter. Nu zuchtte ik zelf. “Kan je ‘m misschien egaliseren?” De tegelzetter schudde zijn hoofd. Als hij dat deed, zou de voordeur niet meer open kunnen. Hij besloot de aflopende vloer in stand te houden. Je ziet er niets van. Alleen een potje knikkeren is misschien niet zo’n goed idee.

“Je badkamer ziet eruit als een Bulgaarse douche in een slechte horrorfilm”, zei de schrijver. “Er zit schimmel op het douchegordijn. De verf bladdert af. En er zit een spin, daar in de hoek.” Ik sloeg de spin dood. De schrijver keek me met open mond aan. Hij bleek een groot dierenvriend.

Inmiddels is het beter. Een beetje, dan. De keuken is zo goed als af. De badkamer is gepromoveerd tot decor voor een iets betere horrorfilm. Nu is het tijd voor de andere drie kamers. Ik ga vast bidden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten