20 maart 2016

Spiegel

De twee spiegels waar het café naar was vernoemd had ik nog niet ontdekt. Misschien had ik niet goed gekeken. Misschien hingen ze er niet. Maar dat zou raar zijn, net zoals het raar was dat er een kerstboom op de stoep stond, op deze avond halverwege maart. Door de half beslagen ruiten bekeek ik de boom. Er stond een grote televisie naast.

We hadden een strategische plek ingenomen, niet ver van de ingang. Bezoekers werden bij binnenkomst gekeurd. Zonder woorden, met af en toe een opgetrokken wenkbrauw. Ik nam een slok van mijn Leffe Bruin en bekeek mijn gezelschap. Een verliefde jongen, een verliefd meisje. Daarnaast: de vriend van de verliefde jongen. En dan kwam ik: de vriendin van het verliefde meisje. Wij waren het excuus voor het verliefde paar om deze date geen date te hoeven noemen.


Ik keuvelde met de vriend van de verliefde jongen over muziek en dans. Daarna over conciërges, hacken en Zuid-Limburg. Toen over maatpakken. Hij droeg een das van tweed. Ik wilde er even aan voelen.

Het café beschikte over één toilet, dat mannen en vrouwen dienden te delen. Het deed me denken aan een lied van Herman van Veen: “Zo’n café met een lage zoldering, en geen wc voor dames apart.” Het ontbrekende damestoilet bleek echter de enige overeenkomst met het bezongen café. Hier geen scheef biljart, geen rommelig buffet en geen lage zoldering. Wel veel verre bekenden: bekend genoeg om de naam te weten, onbekend genoeg om ze niet aan te spreken.

Mijn gezelschap breidde zich uit. Het stel dat zich nog geen stel wilde noemen trok zich terug aan een tafeltje, een vriend van de vriend van de verliefde jongen stelde zich voor. De mannen bleken beiden eerstejaars lid van Minerva en waren beiden gehuld in driedelig pak. De jongste droeg tevens een pochet, maar stopte deze diep weg nadat de oudste aangaf dat deze accessoire enkel gedragen werd door leden van het Utrechtsch Studenten Corps.

De twee onthulden hun toekomstplannen voor Nederland. Hun jaarclub zou later een kabinet gaan vormen. De oudste werd Minister van Koloniën, en zou de voormalige wingewesten in oude glorie herstellen. De jongste zou iets met juridische zaken gaan doen, en dan was er nog een rol weggelegd voor Manke Max, de clubgenoot die – zoals zijn naam al aangaf – mank liep.

Mijn ambitieuze gesprekspartners bestelden een stuk gorgonzola en een sigaar. Ze liepen met de rookwaar naar buiten, ik bleef over met het nog niet officiële koppel. Toen het blok schimmelkaas op tafel werd gezet sneed ik een stuk af en hield mezelf een spiegel voor. Three's a crowd. Ik liet de verliefden verliefd zijn, ik liet de studenten studentikoos zijn. Toen pakte ik mijn fietssleutel, hees mezelf in mijn jas en stapte naar buiten, de kerstboom tegemoet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten